Raymond van het Groenewoud GC Het Huys Ukkel (23-06-2021) report & photo credits: Steven Kauffmann & Koen Vallez info club: GC Het Huys info band: Raymond van het Groenewoud © Rootsville 2021 |
---|
We zouden het bijna vergeten, en dat zou pas écht onvergeeflijk zijn, maar in de aanloop naar het Coronamonster moest de kersvers zeventiger Raymond abrupt zijn verjaardagsconcertreeks onderbreken en kon zo zijn laatste geniale worp “Speel” dus niet deftig aan de man brengen. Gelukkig staat Kari De Cordt aan het roer van "Het Huys" te Ukkel! Waar op de autoloze zondag met immense speelvreugde zowat het hele album live voor de bijl ging. Dit tot genoegen van een select, coronaproof bijeengeharkt audiëntieteam.
De idee voor het album ‘Speel’ is begin januari 2018 ontstaan op de luchthaven van Tanger. Met zijn geniale hoofd vol frisse ideetjes trok hij naar Jean-Marie Aerts, nog ooit spelend in zijn begeleidingsband de Centimeters in de seventies – jawel – en tevens producer van legendarische acts zoals TC Matic en Urban Dance Squad. Fijne zeebonk en kompaan van het eerste uur Jean-Marie is gretig meegegaan in het verhaal onder de werkverdeling "Raymond schrijft de liedjes, Jean-Marie zorgt ervoor dat ze klinken". Raymond benoemt graag de term ‘muziekmonnik’, als hij aan Jean-Marie zijn aura denkt. Zeker dacht Raymond hierbij weer aan zijn heilige filosofie, dat een lied pas kans maakt op eeuwigheid als er een minimum aan treffelijke melodie in verwerkt zit. Dat bleek dus vrijwel feilloos het geval te zijn tijdens een gretige greep uit de prijsbeesten van songs uit “Speel” in ’t Huys tijdens deze fijne namiddag …
In een hele reeks nieuwe songs uit Raymond zijn nieuw aangeboren laag levensvreugde en ook zijn ergernis over ’t reilen en zeilen in de mensenwereld. Grandioos, en dat is nu al meer dan 50 jaar het geval. Wie doet hem dat na?
Alle liedjes op ‘Speel’ zijn zo compact mogelijk geworden. Iets waar Raymond een duivels genoegen heeft in geschapen, zoals in de goeie ouwe tijd zeg maar. Het ding gezegd krijgen in twee minuten en een beetje, of in drie minuten, of in drie minuten en een beetje. Dat is, voor wie het zich niet bewust is, een mooie prestatie.
Raymond heeft een bijzonder album gebracht, doorspekt met de hem kenmerkende boeiende teksten met een vleugje excentriciteit, voldoende afwisseling in tempo en instrumentale ondersteuning en niet te vergeten een uit de duizenden herkenbaar stemgeluid. Ik wil hier niet te veel woorden aan vuil te maken, maar was het 1981 dan zou ik zeggen: spoed u als een drieste dolleman naar de platenboer, om daar een exemplaar van ‘Speel’ te scoren. Om daarna weer naar huis te hollen en drie dagen niet meer buiten te komen, met deze plaat op endless repeat. Maar het is 2020 en mensen doen dat niet meer zo fanatiek. Dit eeuwig jongensachtige Godenkind dat op Valentijntjesdag werd geboren, biedt ons mits al die wijze textuele rijkdom inzage in zijn unieke innerlijke belevingswereld en onevenaarbare muzikale klasse. Ik was bang dat Raymond na het monumentale “De Laatste Rit” uit 2012 plaatgewijs zowat wou afronden. Maar niets was minderwaar en het resultaat van hevige opborrelende nieuwe, zeer verfrissende artistiek herwonnen adem (staat ook op de plaat) en voor zover dat mogelijk was nog overbekende invalshoeken, en toch blijft het allemaal vintage Raymond. Faut le faire.
De lichten doven, de band komt op het podium en heel profaan wordt van wal gestoken met titeltrack “Speel”. Eerst is er dan Raymond zijn typische parlando met die typisch typerende uit duizenden herkenbare stem, die meteen voor houvast zorgt. Hij zingt enkele zinnen alvorens de funky gitaar- en baslijn de titeltrack “Speel” wat dansbaarheid schenken, opgestuwd mits de inbreng van zijn magische kompanen/klasbakken. De ondertussen wel al genoegzaam bekende talenten (Cesar Jansens, Wouter Berlaen, Bram Weijtters en de nog immer grandioos op gitaar zijnde Rik Aerts). “Speel” ontvouwt aanvankelijk het aura van Gregoriaanse gezangen maar gaat al snel over in een George Clintoniaanse funkriedel uit de machtige gitaar van Rik Aerts en Zappa-eske grooves vers geperst uit de keyboard van toetsenwonder Bram Weijtters. De song is eigenlijk een gebald dansbare ode aan het eigen métier, met een funkgroove die de oproep “Toen sprak de hofnar/wie danst met mij?” kracht bijzet. Dit alles “ter verlossing van de knellende banden van de moraal”, zegt dat van het Groenewoud het gezegd heeft.
Dan volgde zijn oude maar immer vers geserveerde “Joske” en het ingetogen “Niets heeft nog zin”, met de betekenisvolle zinswende “Je moet niet beloven wat je hart niet kan geloven”. De grootmeester pleegde her en der quasi achteloos wijsheden te plengen, à la Wittgenstein en RvhG. Zoals het feit dat vrouwen merkwaardig veel gedaan krijgen van mannen, getuige ook het guitig gebrachte “Je krijgt alles wat je wil”. Rik Aerts verliet vervolgens even het podium zodat grootmeester Raymond zelf zijn nog steeds bijzonder indrukwekkende kunnen op gitaar kon demonstreren gedurende de verstilde pracht van de eeuwig mooie evergreen “Twee Meisjes”.
Luchtiger ging het er aan toe in “Ze heeft geen stijl”, iets wat hij duidelijk ook niet erg vond. Raymond weet namelijk zeer goed waarom hij iets niet of wél wil!
Dan bracht Bram een bloedstollend mooi en gevarieerde intro van “Brussels by Night” onder het goedkeurend oog van zijn broodheer. Deze chemie vaststellen en de muzikale klankrijkdom à volonté tot ons mogen nemen: kortom een streling voor oor en oog. Er gebeurt soms héél veel tegelijk met zoveel uitmuntende muzikanten op ‘n paar vierkante meter tesamen …
Na zoveel barokke ernst kregen we een gloednieuw nummer voor de leeuwen gegooid met “Des Kinds Plezier” en het clownsmasker van de zorgeloosheid bleef hangen met het speelse “Het is zo fijn wanneer je nergens aan denkt”. Raymond heeft denk ik twee hersenpannen want zelfs als hij nergens aan denkt, is zijn gedachten-gang geniaal, een paar weken in zijn hoofd toeven zou voor mij een droomvakantie zijn … Deze heerlijke muzikale trip bracht ons verder naar het prachtige miniatuurtje en lofzang “Gewoon in Amsterdam”, een pure liefdesverklaring aan zijn geliefkoosd urbanistiek spectrum en dito sfeer(schepping). Dan omgorde Bram Weijtters het accordeon en Rik Aerts de flamencogitaar voor een vleugje ontroering tijdens “Omdat ik van je hou”, wat hier en petit comité exclusive nog prangender binnenkwam dan anders par “l’éternel amoureux de l’amour”…
De ontroering werd bestendigd tijdens “Bitter en Bot” het relaas over de scherpe kantjes van Jos van het Groenewoud, zijn vader zaliger en de complexe relatie die hen bond en scheidde. Dan ging Raymond fier en swingend verder als een prachtige garnaal mits zijn pertinent vrolijk “Moedertaal”, ce fût très apprécié du côté des flamands Ucclois, ça c’est sûr.
We mochten weer opveren van onze stoel met “Tegenwoordig”, op een zachte Bo Diddley-beat.
Raymonds teksten zijn bitterzoet en dat staat de overtuiging dat er moet worden gefeest staat niet in de weg. Dit gebeurde volop toen Wouter de contrabas uit de gordijnen toverde en met Raymond op slide in een verkwikkend duel met zijn immer sublieme snarenslaaf Rik Aerts op de flamencogitaar.
Met de verstilde pracht van “Bierfeesten” werden we terug gekatapulteerd naar 1970 en het zweterige sfeertje van naar verschaald bier stinkende parochiezaaltjes en tenten. Een haarscherpe observatie vanuit de kosmos van iemand die niet gedronken heeft van de Breugheliaanse festijnen die ons landje zo eigen kunnen zijn, toen al, en nu dus nog, zij het hier in een kraaknette zaal met perfecte akoestiek. Deze immer mooie mijmering over ontsporend drankgebruik en het verlangen naar een “welgeschapen meid” blijft 50 jaar na publicatie nog steeds naar de keel grijpen en Rik Aerts was bij momenten Carlos Santana en the Edge van U2 tegelijk!
Dan was er weer tijd voor nieuw werk over zeelucht en konijnen met “Op Algemene Aanvraag” een oorwurm en meezinger van formaat. Er werd geëindigd op een bedje van ontroering bij de vaststelling van het fenomeen en ook dankbaarheid omtrent het concept “Ademen”. Hierna verlieten de artiest/muzikanten één voor een het podium op de tikkende tonen van een gesampled drumcomputertje.
7 miljard mensen ademen en Raymond hopelijk ook nog vele jaartjes op zijn favoriete biotoop, het podium. Zolang als hij doordoet, komen wij er ook steeds door…